Mineralen, zoals calcium, ijzer, kalium, magnesium, selenium, zink.jpg

Mineralen

Mineralen zijn, net als vitamines, stoffen die in kleine hoeveelheden voorkomen in eten en drinken. Ze zijn onmisbaar voor een goede gezondheid en normale groei en ontwikkeling. Mineralen komen voor in de natuur, bijvoorbeeld in gesteenten. Planten en dieren nemen deze mineralen op, waardoor ze in eten en drinken terecht komen.

Voorbeelden van mineralen zijn calcium, chloor, fosfor, kalium, natrium en magnesium. Daarnaast bestaan er spoorelementen, mineralen waarvan het lichaam maar heel weinig nodig heeft, zoals chroom, fluoride, ijzer, jodium, koper, mangaan, molybdeen, seleen en zink.

IJzer

IJzer is in het lichaam nodig voor onder andere de aanmaak van hemoglobine. Zuurstof hecht zich aan deze stof in het bloed, zodat het door het lichaam verspreid kan worden.

Een ijzertekort in het lichaam kan leiden tot duizeligheid en concentratieproblemen. Als het tekort te groot wordt, dan kan dit bloedarmoede tot gevolg hebben.

Verder lezen
Registreer of log in als professional om de (wetenschappelijke) artikelen te lezen.

Volg ons op social media en blijf op de
hoogte van de laatste ontwikkelingen